 |
Voorwaarden bestrijding knobbelzwaan gewijzigd
De voorschriften van de ontheffing knobbelzwaan zijn aanzienlijk gewijzigd. De belangrijkste voorschriften zijn:
- Op grasland moeten knobbelzwanen eerst worden verjaagd door menselijke aanwezigheid, met behulp van een vogelafweerpistool, door eroverheen te schieten e.d.
- Bij percelen met ingezaaid gras, graszoden, graszaad en koolzaad moet één akoestisch en één visueel preventief middel in voldoende mate worden ingezet. Het geweer kan worden ingezet als akoestisch preventief middel.
- Afschot is toegestaan indien de groep uit ten minste 15 knobbelzwanen bestaat.
- Uit een groep tot 50 knobbelzwanen mogen maximaal 5 knobbelzwanen worden gedood. Bij een groepsgrootte van 60 tot 70 knobbelzwanen mogen maximaal 6 knobbelzwanen worden gedood. Bij een groepsgrootte van 70 tot 80 knobbelzwanen mogen maximaal 7 knobbelzwanen worden gedood enz. (maximaal 10 procent van de groep mag worden gedood).
- Paartjes broedende knobbelzwanen en de erbij lopende (niet vliegende) jongen mogen niet worden gedood.
- Aangeschoten knobbelzwanen mogen niet door middel van cervicale dislocatie of verstikking worden gedood.
- De bestrijding dient van tevoren te worden gemeld bij de Omgevingsdienst Zuid-Holland-Zuid.
Verder:
- Het in de handel brengen van gedode knobbelzwanen of delen van knobbelzwanen is op het ogenblik niet toegestaan. Onder de Wet natuurbescherming, die naar verwachting op 1 januari 2017 van kracht wordt, is in de handel brengen wel toegestaan.
- Het geweer kan worden gebruikt van zonsopgang tot zonsondergang.
- Een metalen vogelring wordt gemeld bij het vogeltrekstation via www.griel.nl of tel. 0317 - 47 34 65.
U kunt de ontheffing met de gewijzigde voorschriften via onderstaande link downloaden. |
|
|
